Rekenen | Leren rekenen

De meeste kinderen hebben al een besef van tijd, ruimte, vormen en getallen voordat ze naar de basisschool gaan. En ze kunnen al een beetje tellen. In groep 1 en 2 begint de verdere ontwikkeling van de rekenvaardigheid van je kind, de start van het leren rekenen waarbij ze de eerste basisprincipes van rekenen aanleren.

Wat heb je nodig om te leren rekenen?

Cijfers herkennen en begrijpen

Je kind moet cijfers leren herkennen en weten wat ze betekenen. Hiervoor moeten ze zien hoe een cijfer eruit ziet en weten dat een cijfer een bepaalde hoeveelheid aangeeft.

Tellen en tellen met sprongen

Leren tellen is een belangrijk onderdeel van rekenen. Eerst leren kinderen tellen van 1 tot 10, daarna tot 20 en zo verder. Tellen in sprongen (zoals 2, 5 of 10) helpt hen om reeksen en patronen te zien.

Optellen en aftrekken met voorwerpen

Kinderen leren makkelijker rekenen door voorwerpen zoals speelgoed of blokjes te gebruiken. Ze zien en begrijpen dan beter hoe opstellen (meer maken) en aftrekken (minder maken) werkt.

Herkennen van patronen

Patronen helpen kinderen om logica te ontwikkelen. Ze zien hoe dingen steeds terugkomen in een bepaalde volgorde, zoals in kleurplaten of reeksen getallen. Dit helpt later bij het oplossen van moeilijke rekensommen.

Naar boven