Rekenen | Leren rekenen
De meeste kinderen hebben al een besef van tijd, ruimte, vormen en getallen voordat ze naar de basisschool gaan. En ze kunnen al een beetje tellen. In groep 1 en 2 begint de verdere ontwikkeling van de rekenvaardigheid van je kind, de start van het leren rekenen waarbij ze de eerste basisprincipes van rekenen aanleren.

Leren rekenen: Stimuleer en ondersteun
Op school leert de leerkracht je kind rekenen met een doordachte structuur en methode. Goed leren rekenen geeft jouw kind een sterke basis voor redeneren, inschatten en logisch denken in de toekomst. Als ouder kun je ook een belangrijke rol spelen in de rekenontwikkeling. Motiveer je kind met het spelen van rekenspelletjes en maak het met enthousiasme en persoonlijke aandacht nieuwsgierig. Je zult zien dat de interesse en vaardigheid van je kind zal groeien.
Wat heb je nodig om te leren rekenen?
Cijfers herkennen en begrijpen
Je kind moet cijfers leren herkennen en weten wat ze betekenen. Hiervoor moeten ze zien hoe een cijfer eruit ziet en weten dat een cijfer een bepaalde hoeveelheid aangeeft.
Tellen en tellen met sprongen
Leren tellen is een belangrijk onderdeel van rekenen. Eerst leren kinderen tellen van 1 tot 10, daarna tot 20 en zo verder. Tellen in sprongen (zoals 2, 5 of 10) helpt hen om reeksen en patronen te zien.
Optellen en aftrekken met voorwerpen
Kinderen leren makkelijker rekenen door voorwerpen zoals speelgoed of blokjes te gebruiken. Ze zien en begrijpen dan beter hoe opstellen (meer maken) en aftrekken (minder maken) werkt.
Herkennen van patronen
Patronen helpen kinderen om logica te ontwikkelen. Ze zien hoe dingen steeds terugkomen in een bepaalde volgorde, zoals in kleurplaten of reeksen getallen. Dit helpt later bij het oplossen van moeilijke rekensommen.
Vijf oefentips voor meer getalbegrip om makkelijker te leren rekenen
1. Speel samen telspelletjes
Ga samen voorwerpen tellen. Laat kinderen bijvoorbeeld speelgoed, knikkers, blokken of fruit tellen. Tel samen terwijl ze stapels maken met lego en blokken of vraag ze om stapels van een bepaald aantal blokken te maken.
Tel hardop: tel samen tijdens het spelen of tijdens dagelijkse activiteiten, zoals het traplopen, vingers tellen, of auto’s tellen onderweg. Zing telversjes en liedjes.
Er zijn ook veel kinderliedjes die het tellen oefenen, zoals “Tien kleine visjes” of “Hoedje van papier.” Liedjes maken het leren van getallen leuk en interactief.
2. Doe samen (bord)spelletjes
Speel bijvoorbeeld Ganzenbord, Mens-erger-je-niet, Regenwormen Junior, Halli Galli, MEP. Je gebruikt dan de dobbelstenen om cijfers te oefenen. Laat je kind het aantal ogen op de dobbelsteen tellen en dat aantal stappen zetten op bijvoorbeeld een speelbord. Daarnaast helpen kaartspelletjes die cijfers gebruiken om tellen en cijferherkenning te oefenen.
3. Speel online spelletjes
Zoek samen rekenspelletjes uit op spelletjesplein.nl of Squla. Kies bijvoorbeeld voor mozaïek leggen, van stip naar stip of een rekenracer.
4. Spelletjesboeken
Kies (spelletjes)boeken waarin je kind het tellen kan oefenen. Er is voor elk kind wel iets leuks te vinden.
5. Getallen en tellen verbinden
Wijs je kind in het dagelijks leven op getallen en laat het tellen (groene auto’s tellen onderweg, in de winkel 6 appels laten pakken, samen winkeltje spelen met speelgeld, oefenen met meer/minder, knikkers eerlijk laten verdelen over gezinsleden, enz.). Dit helpt hen om getallen en hoeveelheden te begrijpen.
Rekenen in het basisonderwijs: wat leer je wanneer?
In de onderbouw (groep 1 en 2) ligt de focus op spelenderwijs leren. Kinderen maken kennis met cijfers en hoeveelheden door te tellen en vormen te herkennen. Ze leren eenvoudige rekenbegrippen, zoals “meer” en “minder”, zonder dat ze al echte sommen hoeven te maken.
Rekenen in de middenbouw
De middenbouw (groep 3 t/m 5) bouwt voort op deze basis. Hier leren kinderen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Ook leren ze omgaan met geld, klokkijken en meten. In deze fase leren ze rekenregels toepassen in dagelijkse situaties en begrijpen ze beter hoe getallen met elkaar samenhangen.
Rekenen in de bovenbouw
In de bovenbouw (groep 6 t/m 8) wordt de rekenstof moeilijker. Kinderen gaan werken met breuken, procenten en decimale getallen. Ze leren probleemoplossend denken en passen hun rekenvaardigheden toe in grotere rekenopgaven en complexe situaties, zoals bij meetkunde of het berekenen van kortingen.
Moeite bij het leren rekenen
Als je kind moeite heeft met rekenen, dan zal de leerkracht in de klas extra uitleg en passende oefenstof aanbieden. Helpt dit je kind niet voldoende vooruit, dan is het belangrijk dat er op tijd intensievere ondersteuning volgt. Naast de hulp op school kunnen wij je kind ook ondersteunen in rekenen met een training op maat. [Anchor aanmaken: extra rekenondersteuning]
Blijkt dat de hulp op school niet genoeg is voor jouw kind? Is de rekenachterstand ernstig en hardnekkig, dan is er mogelijk sprake van dyscalculie. Je kind kan dan bij RID terecht voor een diagnostisch onderzoek.