Hoe en wanneer breng jij het dyslexierisico van leerlingen in kaart?

23 oktober 2024

  • dr. Sebastián Aravena
Hoe en wanneer brengen je collega's en jij het dyslexierisico van leerlingen in kaart? Misschien niet een vraag waar je elke dag bij stilstaat, maar wel een die aan de basis staat van een goed doordacht dyslexieprotocol op school. We helpen je in dit artikel graag een eindje op de goede weg.

Wist je dat veel wetenschappelijk onderzoek naar dyslexie plaatsvindt met kinderen die nog niet kunnen lezen en spellen? Er is dan uiteraard nog geen diagnose, maar door met kinderen met een verhoogde kans op dyslexie te werken, weet je als onderzoeker zeker dat 30% tot 60% van de kinderen die deelnemen later een diagnose zullen krijgen. Jonge kinderen en zelfs baby’s uit gezinnen met dyslexie worden dan ook vaak uitgenodigd voor wetenschappelijk onderzoek naar dyslexie.

Vroege signalen van dyslexie

Dit onderzoek met zogenoemde risicokinderen heeft ons veel geleerd over vroege signalen van dyslexie. Zo weten we inmiddels, dat kinderen met dyslexie lang voordat ze leren lezen al moeite hebben met het onderscheiden van spraakklanken. En ook dat er kleine verschillen te zien zijn in de hersenen van baby’s die later de diagnose dyslexie krijgen. Aangezien er direct vanaf de geboorte dus al signalen zijn, vraag je je misschien af of we dan de diagnose dyslexie niet wat eerder zouden kunnen stellen. Maar dat is helaas niet mogelijk. Dit soort studies worden altijd met groepen kinderen gedaan en dat je verschillen tussen groepen vindt, wil niet direct zeggen dat je daarmee ook echt iets over het individu kunt zeggen. Zo weten we bijvoorbeeld ook dat mensen in de Verenigde Staten zwaarder zijn dan het gemiddelde in de wereld. Maar er zijn binnen de groep Amerikanen nog steeds grote verschillen in lichaamsgewicht. Voor het stellen van een diagnose dyslexie is het daarom ook echt nodig tests af te nemen en te weten hoe het lezen en spellen zich ontwikkelt.

Alertheid vanaf groep 1

Maar ook als je nog geen diagnose kunt stellen, is het interessant te weten welke leerlingen een verhoogd risico op dyslexie hebben. Deze leerlingen kun je immers al vanaf groep 1 extra ondersteuning bieden om zo de kans op een gezonde lees- en spellingontwikkeling te vergroten. Er zijn drie dingen waar je op kunt letten om vanaf het begin het risico in te kunnen schatten: erfelijke factoren, de thuisomgeving en vroege indicaties.

3. Vroege indicaties

Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat er bij kinderen met dyslexie al lang voordat ze leren lezen en spellen signalen zijn, die op dyslexie kunnen wijzen. Hoe beter je deze herkent, hoe eerder en effectiever je jouw leerling passende ondersteuning kunt bieden. Het is opvallend te noemen, als een kind in vergelijking met leeftijdgenoten moeite heeft met:

  • Het leren van letter-klankkoppelingen
  • Rijmen
  • Het onthouden van namen van klasgenoten
  • Op woorden kunnen komen
  • De uitspraak van woorden
  • Het nazeggen van woorden/zinnen
  • Het onthouden van rijtjes (zoals dagen van de week)
  • Klankopdrachten (zoals woorden in losse klanken zeggen of woorden bedenken met een bepaalde beginklank)

Kinderen verschillen uiteraard in hoe snel ze zich met dit soort vaardigheden ontwikkelen. Eén indicatie zegt daarom nog niet zoveel. Vooral leerlingen die moeite hebben met verschillende van bovengenoemde vaardigheden, hebben een grotere kans op dyslexie. Door vroeg te signaleren, kun je eerder handelen bij een vermoeden van dyslexie. Je kunt jouw leerling hierdoor eerder de ondersteuning bieden die nodig is en tijdig verwijzen voor diagnostisch onderzoek. Dit is niet alleen gunstig voor de ontwikkeling van de leesvaardigheid, maar ook voor het zelfvertrouwen en welbevinden van je leerling.

Een solide dyslexieprotocol

De vroege signalering van risicoleerlingen is slechts een eerste bouwsteen van een gedegen dyslexieprotocol. In een protocol leg je niet enkel de signalering vast, maar ook hoe je als team in iedere groep in het onderwijs rekening houdt met leerlingen die (mogelijk) dyslexie hebben. Daarbij gaat het om de doorlopende lijn en de praktische doorvertaling van beleid naar de klas. Kortom, je legt vast hoe jouw school een passend onderwijsaanbod levert aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Zo geef je je leerlingen niet alleen de beste kansen, maar voldoe je ook aan de regelgeving op dit gebied.
Hulp nodig bij het opstellen van een protocol? Wij nemen je graag werk uit handen door onze uitgebreide expertise op dit gebied te vertalen naar een up-to-date en effectief dyslexieprotocol.

5. Dyslexie- of dyscalculieprotocol

Meer lezen

Naar boven