Hoe help ik mijn leerlingen goed te verklanken?

Voor het onderwijs
31 maart 2025
Sebastián Aravena
Dr. Sebastián Aravena
kinderen lezen samen

Wij krijgen veel uiteenlopende, praktische vragen van scholen over leesonderwijs. Zo ook de volgende: Ik hoor vaak dat je moet voorkomen dat leerlingen tijdens het verklanken fouten maken. Waarom is dat zo en wat kan ik doen om leerlingen te helpen? Hieronder lees je het antwoord van dr. Sebastián Aravena én geeft hij je veel praktische tips om direct toe te passen in de klas.

Zodra leerlingen voldoende kennis van letters en klanken hebben, kunnen ze gaan verklanken. Ze zien bijvoorbeeld het woord ‘maan’, zetten de letters een-voor-een om naar klanken /m/ /aa/ /n/, verbinden die klanken met elkaar tot het gesproken woord /maan/ en krijgen zo toegang tot de betekenis ervan. In het brein ontstaat door het verklanken een verbinding tussen de uitspraak, de betekenis en de schrijfwijze van het woord. Elke volgende keer dat de leerling het woord verklankt, wordt deze verbinding sterker en kost het minder moeite het woord te herkennen.

Het drijvende mechanisme van de leesontwikkeling

Het verklanken wordt wel gezien als het drijvende mechanisme van de leesontwikkeling. Dat komt doordat een leerling die goed kan verklanken, zelf een instrument heeft om verder uit te pluizen hoe woorden in elkaar zitten en om ze steeds sneller te gaan herkennen. Dit is echter het meest effectief, als de leerling hierbij geen fouten maakt. Een leerling die ‘maan’ leest als ‘man’, maakt een verkeerde koppeling. Dat vertraagt de vorming van sterke verbindingen tussen woordvorm, uitspraak en betekenis. Kortom, je helpt jouw leerling verder met leren lezen door woorden herhaald en foutloos te laten verklanken.

Tips om je leerling te helpen

Het is goed om met de volgende zaken rekening te houden, wanneer je jouw leerling wilt helpen met foutloos verklanken:

  • Stimuleer voor beginnende lezers zoveel mogelijk het hardop lezen. Ten eerste, omdat je dan kunt controleren of de leerling correct verklankt. Ten tweede, omdat het hardop lezen het opslaan van een correct woordbeeld in het geheugen bevordert.
  • Hardop verklanken blijft ook later in de leesontwikkeling een belangrijk wapen om woordbeelden vast te leggen. Stimuleer leerlingen die stillezen om nieuwe of moeilijke woorden altijd hardop te lezen.
  • Laat leerlingen bij voorkeur zoemend of zingend lezen (tijdens het verklanken de afzonderlijke klanken uit blijven spreken /mmmmmmaaaaaaaan/). Dit helpt om sneller tot synthese te komen en stelt de leerling in staat door te lezen (de leerling hoeft immers niet telkens na het verklanken ook nog eens het hele woord uit te spreken).
  • Het is goed om als leerkracht regelmatig voor te doen hoe je goed kunt verklanken. Leg uit dat je de klank blijft vasthouden, terwijl je nadenkt over de volgende klank.
  • Sommige letters, zoals de b en de k, laten zich minder makkelijk ‘zingen’ tijdens het verklanken. Oefen met de leerling om dit soort klanken direct aan de volgende te plakken. Bij het woordje ‘kaas’ is het de bedoeling de /k/ direct aan de /aa/ te plakken. Je krijgt dan /kaaaaas/.
  • Een belangrijke voorwaarde voor effectief verklanken is, dat de leerling over goede letterkennis beschikt. Dat betekent niet alleen weten welke klank bij welke letter hoort, maar ook dat deze vertaalslag vlot gebeurt. Wanneer letterkennis onvoldoende geautomatiseerd is, kost het ontcijferen van elke afzonderlijke klank heel veel inspanning en aandacht. Hierdoor lukt het niet goed de verschillende klanken in het werkgeheugen vast te houden, waardoor de leerling niet tot synthese komt. Besteed dus veel tijd aan het automatiseren van letter-klankkoppelingen. Bij voorkeur al vanaf groep 2.
  • Voorkom fouten tijdens het verklanken. Laat de leerling oefenen met woorden die zorgvuldig zijn opgebouwd in moeilijkheid. Begin dus met woorden die bestaan uit letters die de leerling goed beheerst en die nog geen medeklinkerclusters bevatten. Voer daarna het niveau geleidelijk op, zolang de leerling geen fouten maakt.
  • Stimuleer de leerling, zodra het verklanken foutloos gaat, het proces iets te versnellen. Hoe vlotter de leerling te werk gaat en hoe minder onderbrekingen, hoe meer het werkgeheugen ontlast wordt en hoe makkelijker de leerling tot leesbegrip komt (het is uiteraard nooit de bedoeling de leerling op te jagen).
  • Soms willen leerlingen te snel gaan. Dat kan zijn, omdat ze de smaak te pakken hebben en willen laten zien hoe goed ze het kunnen, maar ook omdat de inspanning zo groot is dat raden een aantrekkelijk alternatief is. Het is belangrijk er vanaf het begin heel goed op toe te zien, dat leerlingen de rust blijven nemen om woorden zorgvuldig te verklanken. Als leerlingen eenmaal gaan raden, is het lastig af te leren.
  • Zorg dat leerlingen in korte tijd vaak dezelfde woorden tegenkomen. Ze zullen dan ervaren deze woorden sneller te kunnen ontcijferen en zullen gemotiveerd zijn om verder te leren.
  • Het is goed leerlingen in deze fase op woordniveau te laten oefenen, omdat steun vanuit de context eerder leidt tot gedeeltelijk verklanken. Dat vertraagt de vorming van verbindingen die leiden tot snellere woordherkenning. Laat leerlingen daarnaast natuurlijk ook zoveel mogelijk met zinnen en teksten werken. Idealiter komen de geoefende woorden daarin terug.

Verder lezen