Het belang van een doorlopende leerlijn
Hiervoor is het ten eerste belangrijk dat leerkrachten een goed beeld hebben van de tussendoelen die behaald moeten worden (Clements & Sarama, 2021; Oats & Seah, 2021). Wat komt er in jouw groep aan bod en wat moet een leerling dus al beheersen als hij of zij in jouw groep binnenkomt? En wat moet een leerling beheersen aan het einde van jouw jaar, zodat er in de volgende groep ook aan de doelen van dat jaar gewerkt kan worden? SLO heeft voor elk rekendomein tussendoelen opgesteld die als leidraad hierbij kunnen dienen (Notenboom et al., 2017). Tussentijds de doelen evalueren door toetsing en observaties is daarbij belangrijk, omdat je daarmee je onderwijsplan kunt aanpassen (Tempelaar et al., 2012; Hickendorff, 2017).
Het is daarnaast belangrijk dat in alle groepen dezelfde didactische aanpak wordt gehanteerd, zodat binnen de hele school één gezamenlijke ‘taal’ wordt gesproken. Dit zorgt voor een duidelijke rode draad en voorkomt cognitieve verwarring bij leerlingen. Eenduidigheid in begrippen en strategieën is daarbij essentieel, zeker voor zwakke leerlingen. Dit alles moet met elkaar afgestemd worden en schoolbreed afspraken over gemaakt worden, zodat de didactische aanpak eenduidig blijft voor de kinderen (Ros et al., 2022). Deze afspraken en werkwijzen moeten worden vastgelegd en geborgd, zodat invallers en nieuwe leerkrachten er ook mee kunnen werken. Dit kan bijvoorbeeld door het opstellen van een kwaliteitskaart (Naaijkens en Bootsma, 2022).
Deze afspraken kunnen betrekking hebben op:
- Gebruikte termen bij rekenen (gebruik in elk jaar steeds de zelfde benamingen voor rekenbewerkingen en rekenstrategieën, zodat het herkenbaar blijft voor leerlingen)
- Gebruikte strategieën: spreek gezamenlijk af wat jullie visie hierop is (bijvoorbeeld wat is de belangrijkste basisprocedure). Zorg dat het rekenen voorspelbaar is voor de leerlingen
- Keuze van rekenmateriaal: Als je bijvoorbeeld het optellen en aftrekken tot 100 wilt uitleggen met behulp van eierdozen in groep 4, dan is het fijn als leerlingen ook al in groep 2 en 3 gewerkt hebben met dit materiaal bij het oefenen met getalinzicht en het rekenen tot 10 en 20.
Zorg daarnaast voor een warme overdracht aan het eind van het schooljaar. Wat is er aangeboden dit jaar en waar staan de leerlingen? Welke leerlingen hebben extra hulp nodig (en op welk gebied) en welke leerlingen hebben juist extra uitdaging nodig? Waar kan de leerkracht van volgend jaar doorgaan en wat moet nog herhaald worden
Tot slot is het goed om te beseffen dat de leerkracht en school degenen zijn die de koers en de doelen bepalen (Hattie, 2008). De lesmethode wordt vervolgens ingezet als hulpmiddel om die doelen te bereiken. Hiervan mag ook best afgeweken worden indien nodig. Een lesmethode is ontwikkeld voor de gemiddelde leerling en leerlingpopulatie, het kan goed zijn dat (een deel) van jouw leerlingen andere leerbehoeftes hebben. Neem hierin als leerkracht de regie: werk langer aan bepaalde doelen als deze nog niet genoeg beheerst worden, of versnel indien nodig. Is sommige stof te abstract, geef dan meer concrete voorbeelden en/of gebruik materialen om het begrip te vergroten. Check daarbij regelmatig of je leerlingen de stof begrijpen, en ga pas verder met de volgende onderdelen als de stof voldoende beheerst wordt (Hickendorff et al., 2017).
Referenties
De in dit artikel genoemde bronnen vind je terug onder sectie I in deze bronnenlijst.