Leestips voor kinderen | September 2025
De Kinderboekenweek: voor ons altijd een feest! Een uitgelezen moment om extra aandacht te besteden aan boeken, leesplezier en leesmotivatie. Want lezen is pas echt leuk als de boeken leuk zijn! Daarom delen we weer heel veel tips van Leontine en Janneke!
De boekentips
De best wel ongelofelijke terugkeer van Torre – Annekarijn Overduin en Sophie Pluim (illustraties)
Voorlezen & luisterboek: 7+
Zelf lezen: 9+
Wat een best wel ongelofelijk fantastische terugkeer van Torre! Na deel 1, ‘De toch niet zo eenzame tocht van Torre’, is er nu dit nieuwe avontuur. Vanaf de eerste bladzijde word je het avontuur ingezogen: Torre gaat samen met oom Fons op expeditie, maar als dat misgaat moet hij hulp zoeken. Waar Torre vorige keer per ongeluk bij het aardvolk terecht kwam, gaat hij nu bewust naar hen op zoek. Lukt het hem om het aardvolk te vinden en willen ze hem en zijn oom dan helpen? En wat doet dat meisje alleen in het bos?
Het verhaal zit vol avontuur, spanning (maar niet té), humor en een tikkeltje magie. Door het verhaal heen wordt de boodschap meegegeven, dat je helemaal jezelf mag zijn, met al je eigenaardigheden en bijzonderheden.
De prachtige illustraties van Sophie Pluim geven het verhaal nog meer sfeer en brengen het verhaal van Torre tot leven. Iedere illustratie is een kunstwerk op zich. Samen met de sprankelende pen van Annekarijn Overduin is dit weer een schitterend boek geworden. Het boek is ook als luisterboek beschikbaar. Erik van Muiswinkel heeft het verhaal op een fantastische manier voorgelezen, waardoor je helemaal verdwijnt en meegenomen wordt in de wereld van Torre. Het is een feestje om naar te luisteren!
De wonderverteller – over de reizen van Marco Polo – Lida Dijkstra en Djenné Fila (illustraties)
Voorlezen of zelf lezen: 12+
Topina is een weesmeisje, dat als schoonmaakster werkt in de gevangenis van Genua. Daar zit de bekende reiziger Marco Polo opgesloten. Elke dag komen er mensen langs om naar zijn verhalen luisteren, waar Topina ook graag naar luistert. Marco is echter wel klaar met iedere keer dezelfde verhalen te vertellen. Daarom regelt Topina dat een medegevangene de verhalen kan opschrijven. Want een verhaal dat opgeschreven is, hoeft niet meer verteld te worden. Haar voorwaarde is wel, dat zij naar al die verhalen mag meeluisteren. Zo reist Topina, vanuit haar kleine wereld, mee naar verre landen. Ze beleeft stormen in de woestijn, vaart op zee, rijdt mee met strijders en ondertussen leert ze over de wereld én over zichzelf.
Het is een sterk en beeldend verhaal, afgewisseld met weetjes over fabelachtige dieren. Het verhaal zit vol met mooi gevonden woorden, zoals ‘beviezevoetstapt’ en ‘buitelzinnen’. Lida Dijkstra heeft een verhaal geschreven dat gebaseerd is op de geschiedenis: ‘Alles in het boek is echt gebeurd, behalve de stukken die volslagen verzonnen zijn.’
De gelaagde illustraties van Djenné Fila zijn wonderschoon. Je blijft kijken, ontdekken, en terugbladeren. De kaart op het schutblad geeft de afgelegde reis van Marco Polo weer; erg handig tijdens het lezen. De combinatie van het verhaal en de illustraties maken het boek een feest om te lezen. Door een boek als dit wordt maar weer duidelijk wat de magie van verhalen is.
Turbo Teun – De Grote Prijs van Steentjesdorp – Tosca Menten en Geert Gratama (illustraties)
Voorlezen: 7+
Zelf lezen: 8+
Een hilarisch eerste deel van een nieuwe serie van Tosca Menten. Vrijwel de hele familie Bots heeft het kartvirus. Teun niet, hij sleutelt liever aan auto’s net zoals zijn oom Engine. Als de Grote Prijs van Steentjesdorp eraan komt, moet hij toch aan het karten geloven. Zijn nichtje Vlam is een natuurtalent en is favoriet voor De Prijs (of is dat toch Julius Caesar?). Langzaamaan krijgt het kartvirus ook Teun te pakken en scheurt hij door het Slingerend Slakkenhuis, de Ploertige Paperclip en de Zwiepende Zeepslag. Hoe zal dit aflopen?
Turbo Teun – De Grote Prijs van Steentjesdorp is een knotsgek avontuur. Een razendsnel verhaal vol bizarre bochten, gemene trucjes en knetterende kartchaos. Lachen gegarandeerd! Tussen dit alles door krijg je mee dat je mag zijn en ontdekken wie je bent, op je eigen tempo. Het boek leest extra fijn door de aantrekkelijke opmaak: er wordt veel gespeeld met de kleur rood, zowel in tekeningen als tekst. Het is als een plakboek, waardoor de fantastische illustraties van Geert Gratama het verhaal echt ondersteunen.
In het verhaal komen veel spreekwoorden voor (“Dat werd eerder een dubbeltje op zijn kant dan een fluitje van een cent!”) en ieder hoofdstuk wordt afgesloten met een wijsheid. Zo heb je een leuk boek, en zo is het uit!
Acht dagen rotzomer – Janna de Lathouder en Eef Verburg (illustraties)
Voorlezen: 10+
Zelf lezen: 10+
Elena heeft dikke pech: ze moet verhuizen, midden in de zomervakantie en net voordat ze naar groep 8 gaat. Daardoor gaat ze ook weg van haar beste vriendin Jenny. Alsof dat nog niet genoeg is, hebben haar ouders het veel te druk met hun nieuwe winkel en brengen ze haar de laatste acht dagen van de zomervakantie onder bij haar oude tante Nannie. Dat lijken saaie dagen te gaan worden, maar niets blijkt minder waar. Wanneer een beeldje van tante Nannie in het kippenhok van de chagrijnige buurman belandt, bedenken haar allesbehalve suffe tante en Elena de gekste en spannendste oplossingen om het terug te krijgen. Die plannen lopen natuurlijk niet helemaal volgens plan… Waarom wil tante dat beeldje terug? En wie past er eigenlijk op wie? Ondertussen probeert Elena contact te houden met Jenny, maar hun telefoon- en appgesprekken laten haar twijfelen: zijn ze wel echt beste vriendinnen? Door flashbacks en herinneringen ontdekt Elena steeds meer over zichzelf, vriendschap en wat echte vrienden nu eigenlijk doen (of juist níet doen).
Dit boek leest heerlijk vlot weg en combineert avontuur, humor en emotie in een spatleuk en spatspannend verhaal, zoals Elena’s ouders zouden zeggen. Het zou zomaar echt gebeurd kunnen zijn. Het verhaal zit vol levendige situaties, grappige dialogen en herkenbare thema’s als verhuizen, vriendschap, pesten, leugens, zelfvertrouwen en ouders die geen tijd hebben. Elk hoofdstuk begint met een kleine tekening van Eef Verburg die je direct nieuwsgierig maakt naar wat komen gaat.
Kortom: een zomers, avontuurlijk en warm verhaal van dat je met een glimlach achterlaat. Heerlijk om in de zomer, maar ook de rest van het jaar te lezen.
Oma is een tasje – Mohana van den Kroonenberg en Connie Snoek (illustraties)
Voorlezen: 6+
Zelf lezen: 7+
Dit is echt zo’n fijn boek dat goed te lezen is voor beginnende of iets gevorderde lezers, maar dat tóch vol spanning, avontuur en humor zit. Oet is een lieve, jonge krokodil én ook heel dapper. Opa past op hem, want papa en mama zijn op jacht. Krokodillen jagen voor voedsel. ‘Dat mag, want krokodillen lusten geen wortels. Daar krijgen ze buikpijn van.’ Maar Oet leert van opa dat mensen vanwege een heel andere reden jagen, namelijk voor geld.
Zo komt het verhaal van oma ter sprake. Oet hoort hoe zij eindigde als tasje en schoenen en hij wil vervolgens maar één ding: gerechtigheid! Opa vindt dat geen goed idee, maar tipt hem iets anders: een idee uit het boek ‘Alles wat je gedaan moet hebben voor je zes wordt’. Namelijk onder het bed liggen van een mensenkind. Dát heeft Oet nog nooit gedaan! En het is minstens zo spannend (en grappig). De regels van opa zijn duidelijk: alleen maar liggen. Niet bijten. ‘Ook niet heel, heel zachtjes?’ ‘Nee,’ lacht opa. ‘Ook niet heel zachtjes.’ Maar dan… ziet Oet iets waar hij héél boos van wordt.
Naast spanning en fantasie, zit er ook genoeg humor in het verhaal. Zoals opa’s liefdevolle omschrijving van oma: ‘Haar tanden stonden prachtig schots en scheef. Gewoon uit zichzelf. Zonder beugel.’ De kleurrijke, speelse illustraties van Connie Snoek maken het boek helemaal af. Er is van alles te zien, wat uitnodigt tot samen praten en ontdekken tijdens het lezen.
Een landhuis vol geheimen – Marieke Smithuis en Signe Kjaer (illustraties)
Voorlezen: 7+
Zelf lezen: 8+
Een heerlijk, nostalgisch boek vol humor, spanning en geheimen. Perfect om voor te lezen in de klas of om zelf te lezen voor jonge lezers die toe zijn aan een langer verhaal. Noor (groep 8), haar broertje Wisse (ongeveer 7 jaar) en hun nieuwe vriend Béla (iets jonger dan Noor) beleven samen een onvergetelijke zomer vol kattenkwaad, vriendschap en onverwachte avonturen. De kinderen worden echte bondgenoten, ze komen voor elkaar op, maar halen ook flink wat streken uit. Denk aan vriendjes binnensmokkelen via het dakraam, matrassen naar de kinderkamer slepen om van het stapelbed te springen of zelfs knoflook mengen door de dagcrème van de buurvrouw. Volgens grootmoeder Bommie zijn ze klaar voor “de Hogeschool voor Kattenkwaad”. De setting is even bijzonder als de personages: een oud landhuis waar Béla met zijn grootmoeder Bommie woont. Niet “oma”, want oma’s zitten op de camping, aldus Bommie. Het verhaal krijgt door deze omgeving een sprookjesachtig karakter, versterkt door mysterieuze elementen en onverwachte wendingen.
Waarom zijn Béla en Bommie eigenlijk uit Hongarije naar het landhuis gekomen? En wat willen de gemene tantes? Samen met Noor en Wisse ontrafelen lezers langzaam het geheim. Dit maakt het boek extra spannend en nodigt kinderen uit om mee te denken.
“Soms voelt het alsof Noor een onzichtbaar net achter zich aan sleept, en dat net wordt steeds voller. Bommie en Béla. De hoed. De nacht in de kast. De tantes…”
De sfeervolle illustraties versterken de nostalgische en warme toon van het verhaal. Voorin het boek zijn de belangrijkste personages getekend. Dit is een waardevolle toevoeging, zeker voor zwakkere lezers of kinderen die moeite hebben om de verhaallijn te volgen. De mix van grappige én serieuze gebeurtenissen biedt volop gespreksstof voor in de klas. De rijke taal en humor maken het verhaal levendig, terwijl de tekst toch goed toegankelijk blijft voor leerlingen vanaf groep 4. Daarnaast ondersteunen de illustraties het tekstbegrip, wat het boek ook geschikt maakt voor kinderen die wat meer houvast nodig hebben tijdens het lezen.
Het is dan ook een echte aanrader om samen te lezen of voor te lezen.
De meest monsterlijke dieren – Philip Bunting
Voorlezen: 7+
Zelf lezen: 7+
Er is weer een heerlijk boek verschenen van Philip Bunting! Opnieuw vol met bizarre weetjes gecombineerd met fantastische illustraties én humor. Na ‘De meest nutteloze’ en ‘De meest krankzinnige’ dieren, duiken we nu in de wereld van de meest griezelige dieren op aarde. Dit is opnieuw smullen!
Op elke pagina – en soms zelfs op een dubbele – wordt één dier uitgelicht. De vraag is steeds: is die angst wel terecht? Terwijl kinderen leren over bijvoorbeeld de blauwgeringde octopus of de Amerikaanse oehoe, ontdekken ze ook hoe overdreven sommige angsten eigenlijk zijn. Wat dit boek bijzonder maakt, is de combinatie van feiten en humor. Onder de serieuze uitleg zit een speelse laag verborgen: wetenschappelijke namen zijn doorgestreept en vervangen door fantasienamen die tot de verbeelding spreken, zoals “Knipperti danbijtii” voor de blauwgeringde octopus of “Grotus bozus” voor de wolf. De humor is niet alleen talig, maar ook visueel. De kleurrijke en eigenzinnige illustraties maken het boek aantrekkelijk en toegankelijk, terwijl de inhoud informatief blijft. De vertaling van Robbert-Jan Henkes draagt hier sterk aan bij: levendig, grappig en toch inhoudelijk betrouwbaar. Deze nieuwe titel is een aanrader, zowel om zelfstandig te lezen als om klassikaal te gebruiken. Leerlingen steken er gegarandeerd iets van op én kunnen er hardop om lachen.
Toen iedereen ons kwijt was – Wouter Klootwijk en Esther Leeuwrik (illustraties)
Voorlezen: 8+
Zelf lezen: 9+
Pom en Siem ontmoeten elkaar bij toeval en zijn vanaf dat moment gewoon vrienden. Geen grote woorden, geen uitleg, het is simpelweg zo. Zoals het in het boek zelf prachtig wordt verwoord: “Om vrienden te worden hoef je het alleen maar te zijn.” Samen beleven ze kleine, bijna alledaagse avonturen op het platteland, die juist door hun eenvoud bijzonder zijn. Soms gebeurt er nauwelijks iets en precies daarin zit de kracht van het verhaal. Zoals Pom zegt: “Niks doen is ook iets doen.”
Naast de verstilde momenten bevat het boek ook lichte absurditeit en fantasie, op een liefdevolle en speelse manier. Een meisje dat op een koe rijdt omdat een paard te duur is, een vogel die een haas leert hoe je door een hek komt, of vissen die dol zijn op macaroni. Achterin het boek legt de auteur uit dat hij dit niet heeft verzonnen, wat het geheel nog verrassender maakt.
De vriendschap tussen Pom en Siem laat ook mooi zien hoe kinderen van elkaar kunnen leren. Pom groeit op in een gestructureerd huishouden, waar het bestek altijd netjes ligt en rechtop zitten aan tafel vanzelfsprekend is. Siem daarentegen weet alles over de haven, de bus en zelfs hoe je in een hijskraan klimt. De verschillen worden niet benoemd als obstakels, maar als kansen om te ontdekken.
De illustraties passen perfect bij de sfeer van het boek. Ze zijn rustig, natuurlijk en vol zachte details. Er is veel groen, veel rust en precies genoeg om de verbeelding te prikkelen. Een mooi detail: Pom draagt een witte overall met groen haar, en Siem precies andersom. Een warm, fantasierijk boek dat uitnodigt tot traag lezen en samen mijmeren. De korte zinnen en open, verhalende stijl maken het toegankelijk, terwijl er volop ruimte blijft voor verwondering en gesprek.
Oerbloed – De Leugenvanger – Rob Koops en Maruga Koops (illustraties)
Voorlezen: 10+
Zelf lezen: 10+
Deel 1 van deze serie is thematitel voor de Kinderboekenweek. Recent is deel 3 verschenen – het slotstuk van de trilogie. In het derde en laatste deel van de Oerbloed-trilogie keren Obbe, Darja en hun vrienden terug naar Norgië – dit keer met het machtige Zevende Boek in hun bezit. Een krachtig en geheimzinnig object. De tocht is verre van eenvoudig: onderweg stuiten ze op levensgevaarlijke obstakels, waaronder het verraderlijke Vergeten Moeras, waar merkwaardige en angstaanjagende wezens op de loer liggen. Gaandeweg groeit het besef dat de dreiging veel groter is dan gedacht en dat de rol die zij te spelen hebben, zwaarder weegt dan ooit.
Rob Koops weet thema’s als waarheid en leugens, moed, vriendschap en doorzettingsvermogen op een toegankelijke manier te verwerken in een rijk uitgewerkte wereld. In dit deel is er bovendien extra aandacht voor de perspectieven van het broertje van Darja (Rupke) en haar moeder. Die toevoeging maakt het verhaal nog menselijker en gelaagder.
Het boek is prettig opgebouwd: aan het begin staat een samenvatting van wat voorafging, achterin een overzicht van personages en begrippen. Deze ondersteunende elementen zijn waardevol voor kinderen die behoefte hebben aan houvast tijdens het lezen van een complexer verhaal. De illustraties voegen een extra dimensie toe. Ze versterken de sfeer en maken het verhaal nog beeldender. De hoofdstukken zijn kort maar intens, elk voorzien van een intrigerend citaat dat nieuwsgierig maakt naar wat volgt. De vaart blijft erin, en het boek nodigt sterk uit tot doorlezen. Opvallend en verfrissend is de keuze om op de achterflap citaten van kinderen te plaatsen in plaats van recensies van volwassenen. Een mooie manier om aan te sluiten bij de doelgroep en kinderen serieus te nemen als lezers.
Aanrader voor kinderen in de bovenbouw die houden van fantasie, spanning en een verhaal met inhoud. Ook geschikt voor meer begaafde lezers of kinderen die uitdaging zoeken binnen het genre.
Extra tip!
Tot slot wijzen we je graag op een handige bron: de Top40 Kinderboeken. Deze lijst verschijnt maandelijks en biedt actuele boekeninspiratie. Sinds kort wordt de eindredactie verzorgd door onze collega’s Janneke en Leontine.
Meer lezen
Leestips voor kinderen | September 2025
Strips lezen? Jazeker!
