
Schooladvies en dyscalculie

Het onderwijsniveau waar je kind naar toe gaat hangt af van het schooladvies van de basisschool. In groep 7 wordt meestal al een voorlopig advies gegeven. Dit advies is vaak nog een ‘dubbel’ advies, dus bijvoorbeeld vmbo-t/havo. In januari van groep 8 wordt het uiteindelijke advies gegeven. Dit kan een enkel advies zijn (bv vmbo-t) of een dubbel advies (bv vmbo-t/havo). In februari volgt dan de doorstroomtoets. Presteert je kind op de doorstroomtoets hoger dan het advies van de basisschool? Dan wordt het advies meestal naar boven toe aangepast. Presteert je kind op de doorstroomtoets op hetzelfde niveau of lager dan het advies van de basisschool? Dan gebeurt er niets en geldt gewoon het advies dat de basisschool al had gegeven.
Voor een overzicht van de onderwijsniveaus in Nederland en de doorstroommogelijkheden zie de vo-gids.nl.
Schooladvies: hoe komt het tot stand?
Bij het formuleren van het advies houden leerkrachten en IB’ers van de basisschool rekening met de volgende factoren:
- Toetsresultaten van groep 6, 7 en 8 (prestaties op de leerlingvolgsysteem toetsen)
- Gedrag en werkhouding: is een kind gemotiveerd om te leren, kan een kind zich goed concentreren tijdens de les? Zet het door bij moeilijke opgaves of geeft het snel op?
- Zelfstandigheid en samenwerken: kan een kind goed zelfstandig werken, is het in staat om met andere kinderen aan een project te werken?
Schooladvies bij kinderen met dyscalculie
Kinderen met dyscalculie scoren vaak veel lager op rekenen dan op andere vakken. Maar juist de prestatie op rekenen telt behoorlijk zwaar mee in het bepalen van het schooladvies. Dat is ook logisch, want rekenen heb je bij allerlei vakken nodig. Niet alleen bij wiskunde, maar ook bij natuurkunde, scheikunde, biologie en economie. Dus als het rekenen niet lukt, dan kan dat een behoorlijke belemmering vormen.
Een groot verschil tussen de prestatie op rekenen en de prestatie op andere vakken stelt een school vaak voor een dilemma bij het formuleren van een schooladvies. Als een te laag schooladvies wordt gegeven dan is er kans dat de leerling zich gaat vervelen of zelfs onderpresteren bij andere vakken. Bovendien kan het dan zijn dat de leerling niet (direct) de vervolgopleiding kan doen die hij/zij graag wilt omdat het onderwijsniveau niet past bij de opleiding.
Een te hoog schooladvies is echter ook niet wenselijk. Als een leerling continu op zijn tenen moet lopen bij alle vakken waarbij rekenen een rol speelt, kan dit veel stress en onzekerheid opleveren. Ook kan dit bij sommige kinderen tot faalangst leiden.
Daarom is het belangrijk dat school bij leerlingen met dyscalculie extra goed kijkt naar eigenschappen en gedrag van het kind, zoals werkhouding, motivatie, concentratie en zelfstandigheid.

Niet eens met het schooladvies van de basisschool
School zal proberen een zo goed mogelijk afgewogen advies te geven. Het kan echter toch voorkomen, dat je het niet eens bent met het advies van de basisschool. Als je je als ouder niet kan vinden in het (voorlopige) schooladvies van je kind, ga dan met school in gesprek. Kijk samen naar hoe het advies tot stand is gekomen en vul eventueel ook informatie over jullie kind aan vanuit jullie perspectief. Ook kan samen met school gekeken worden naar welke rekenvaardigheden het grootste probleem vormen en of hier nog extra rekenbegeleiding op ingezet kan worden. Dit om je kind in elk geval voldoende handvaten te geven voor de middelbare school. Een school is niet verplicht het advies aan te passen, maar een goede en open communicatie is wel heel belangrijk.
Als jullie al een middelbare school op het oog hebben, dan kan het ook goed zijn om alvast met deze school in gesprek te gaan over wat voor faciliteiten en regelingen er zijn voor leerlingen met dyscalculie. Zo is op sommige scholen bijvoorbeeld de regel, dat het eerste jaar geen rekenmachine gebruikt mag worden. Op andere scholen mag dit wel. Voor het gesprek met de basisschool over het advies kan dit soort informatie van belang zijn.
Voor meer informatie en tips over het schooladvies, zie ook ouders en onderwijs.
Waar moet je als ouder op letten bij het kiezen van een onderwijsniveau?
Het onderwijsniveau waar je kind naar toe kan gaan hangt dus voornamelijk af van het advies van de basisschool, maar ook als ouder is het belangrijk hier goed over na te denken, zeker als een kind een dubbel advies (bijv. vmbo-t/havo) krijgt. Je wil uiteraard dat je kind op een onderwijsniveau terecht komt, dat het beste bij hem/haar past. Dat is niet vanzelfsprekend altijd het hoogst haalbare niveau, soms kan een ander onderwijsniveau of ander schooltype beter bij je kind passen. Belangrijke punten om in je overweging mee te nemen zijn:
- Hoe ernstig zijn de rekenproblemen, en met welke onderdelen heeft je kind met name moeite? Heeft je kind voornamelijk problemen met het (snel) hoofdrekenen en niet zozeer met het begrijpen van complexere rekensommen? Dan is de belemmering op school minder groot dan als het probleem ook, of voornamelijk, zit in het begrip. Op de middelbare school mag bij veel toetsen een rekenmachine gebruikt worden, maar dat helpt niet voldoende als een kind weinig begrip heeft. Je kind moet immers eerst weten hóe een som uitgerekend kan worden voordat hij/zij een rekenmachine kan inzetten om de sommen uit te rekenen.
- Hoe gaat je kind om met tegenslagen en moeilijkheden? Een kind dat bang is om fouten te maken of hierdoor minder zelfvertrouwen krijgt, zal het waarschijnlijk moeilijker vinden dat bepaalde vakken heel lastig voor hem/haar zijn dan een kind dat zich daar minder door uit het veld laat slaan.
- Hoe gemotiveerd is je kind om te leren? Een meer theoretisch onderwijsniveau vraagt vaak behoorlijk wat motivatie, zeker als bepaalde vakken meer moeite kosten dan gemiddeld.
- En tot slot is het ook belangrijk te kijken naar de interesse en manier van leren van een kind: het ene kind leert meer door te doen, terwijl de ander graag uit boeken leert. Ook dat kan van invloed zijn op de uiteindelijke keuze voor een onderwijsniveau.
Drie dingen zijn belangrijk om mee te nemen in je overweging:
- Bij alle onderwijsniveaus in de bovenbouw kies je voor een profiel. Dit betekent ook dat je kind dan voor een profiel kan kiezen met vakken waarbij rekenen een minder belangrijke rol speelt. Bij vmbo en havo zijn er ook profielen waarbij wiskunde niet verplicht is. Wanneer voor dit profiel gekozen wordt, is het wel verplicht om het vak rekenen te volgen, waarvoor ook een schoolexamen gemaakt moet worden. Het resultaat van dit examen telt niet mee voor het bepalen van de uitslag voor het diploma. Het resultaat van het schoolexamen rekenen staat op een bijlage bij de cijferlijst. Bij vwo is wiskunde wel bij alle profielen een verplicht vak. Houd er wel rekening mee, dat de eerste paar jaar op de middelbare school wiskunde en andere exacte vakken wel verplicht zijn en meetellen in het wel/niet overgaan naar de volgende klas. Dus ook als je kind uiteindelijk een profiel kiest met weinig rekenvakken, zal hij of zij toch de eerste jaren door moeten komen.
- Veel scholen werken met gemengde brugklassen van 1 of 2 jaar, waarbij meerdere niveaus bij elkaar zitten (bv vmbo-t/havo, of havo/vwo) voordat een definitieve keuze gemaakt wordt voor het onderwijsniveau. Op een Vrije School zitten vaak zelfs alle onderwijsniveaus van vmbo-t tot vwo de eerste paar jaar bij elkaar. Dat geeft de mogelijkheid om eerst aan te kijken hoe je kind zich op de middelbare school gaat ontwikkelen. Informeer daarom goed bij de scholen in jullie buurt hoe het onderwijs daar is vormgegeven.
- Er leiden verschillende wegen naar Rome. Wil je kind bijvoorbeeld later graag een hbo-opleiding wil gaan doen, maar lijkt havo niet haalbaar vanwege de rekenproblemen? Dan kan je kind ook na het vmbo naar mbo gaan en van daaruit naar hbo. Of hij/zij kan via vmbo-t doorstromen naar havo (kijk dan wel tijdig naar de eisen die hiervoor gesteld worden wat betreft aantal theorievakken, zie de site van de rijksoverheid).
Op de juiste school wordt je kind gezien en voelt hij/zij zich prettig, maar hoe kies je nu samen de juiste school? We geven je graag wat tips in de blog ‘Kiezen van de juiste school’.