Hoe help je leerlingen op school die moeite (met bijvoorbeeld spelling) hebben en houden?

17 januari 2025

  • RID Taal Rekenen
Wanneer jouw leerling vastloopt met spelling, dan werken we in Nederland met het continuüm van onderwijs en zorg, ook wel het RTI-model (Response To Intervention) genoemd. Deze benadering houdt in dat de begeleiding in het onderwijs in stappen wordt geïntensiveerd met, indien nodig, tijdelijke ondersteuning vanuit de zorg. Op deze manier krijgt iedere leerling de juiste begeleiding om tot optimale prestaties te komen.

Vier ondersteuningsniveaus

Het continuüm beschrijft vier niveaus van interventie (Roelfsema et al., 2022). Het eerste, OndersteuningsNiveau 1 (ON1), staat voor het aanbod dat alle leerlingen in de klas krijgen, oftewel: gewoon goed lees- en spellingonderwijs op groepsniveau. Het betreft effectief gebruik van methodes, het bieden van voldoende instructie- en oefentijd, de kwaliteit van de instructie, goed klassenmanagement en het hanteren van een leerlingvolgsysteem.

Ongeveer een kwart van alle leerlingen profiteert onvoldoende van het basisaanbod (ON1). Zij krijgen extra ondersteuning in de klas. Dit zogenoemde OndersteuningsNiveau 2 (ON2) is erop gericht deze leerlingen de aansluiting met de methode te laten behouden. Je kunt hen helpen door de leertijd te vergroten en met verlengde en verdiepte instructie te werken, instructies op te breken in kleinere stappen, instructies te herhalen en door meer begeleiding te bieden bij het inoefenen. De meeste methodes bieden aanvullende materialen die je hierbij kunt gebruiken, maar je kunt ook zelf passend materiaal zoeken.

Als de spellingontwikkeling ondanks adequaat onderwijs en begeleiding op ON2 blijft stagneren, dan volgt interventie op OndersteuningsNiveau 3 (ON3). Deze zwaarste vorm van interventie binnen de school, gericht op de zwakste 10% van de leerlingen, betreft een specifieke aanpak passend bij de leerling en diens ondersteuningsbehoeften. De hulp wordt, minimaal 60 minuten per week, buiten de klas individueel of in groepsverband (maximaal 4 leerlingen) gegeven door een spellingspecialist (of door de leerkracht onder supervisie van een specialist). Als school kies je ook hier zelf hoe je deze ondersteuning invult. Bekende spellingmethodes die op ON3 worden ingezet zijn onder andere OefenKr8 (RID) of Bloon.

Leerlingen voor wie zelfs de ON3-aanpak niet voldoende helpt, worden doorverwezen voor diagnostisch dyslexieonderzoek. Dit wordt eventueel gevolgd door een specialistische dyslexiebehandeling. Dit is OndersteuningsNiveau 4 (ON4). In de gevallen dat dyslexie wordt vastgesteld, zijn er in ons land twee varianten. Bij ongeveer 7% van de leerlingen is sprake van dyslexie in algemene zin. Deze kinderen krijgen een dyslexieverklaring. Ongeveer de helft van deze leerlingen komt, op grond van aanvullende criteria, in aanmerking voor vergoede dyslexiezorg/behandeling. In die gevallen spreken we van Ernstige Dyslexie (ED).

Gestapelde ondersteuning

We voeren de inspanningen op school dus telkens op, als wat we doen voor een bepaalde leerling niet toereikend is. Het is hierbij belangrijk, dat het gestapelde ondersteuning betreft. Dit houdt in dat de ondersteuning op niveau 1 en 2 ook doorgaat, wanneer ondersteuning op niveau 3 wordt geboden. Komt een leerling in behandeling voor dyslexie bij (bijvoorbeeld) RID, dan loopt dus ook de ondersteuning op niveau 1 tot en met 3 door op school.

Verdiep je verder

Wil je zelf meer praktisch toepasbare kennis vergaren, vanuit wetenschappelijke inzichten? Vraag dan onze gratis publicatie ‘Leren spellen’ aan en schrijf in voor een of meerdere korte kennissessies. Tijdens de gratis online kennissessies delen wij graag onze expertise en ervaringen over verschillende onderwijsthema’s, want: Kennis delen geeft #Kr8.

Naar boven