Hoe help je leerlingen op school die moeite (met bijvoorbeeld spelling) hebben en houden?
Vier ondersteuningsniveaus
Het continuüm beschrijft vier niveaus van interventie (Roelfsema et al., 2022). Het eerste, OndersteuningsNiveau 1 (ON1), staat voor het aanbod dat alle leerlingen in de klas krijgen, oftewel: gewoon goed lees- en spellingonderwijs op groepsniveau. Het betreft effectief gebruik van methodes, het bieden van voldoende instructie- en oefentijd, de kwaliteit van de instructie, goed klassenmanagement en het hanteren van een leerlingvolgsysteem.
Ongeveer een kwart van alle leerlingen profiteert onvoldoende van het basisaanbod (ON1). Zij krijgen extra ondersteuning in de klas. Dit zogenoemde OndersteuningsNiveau 2 (ON2) is erop gericht deze leerlingen de aansluiting met de methode te laten behouden. Je kunt hen helpen door de leertijd te vergroten en met verlengde en verdiepte instructie te werken, instructies op te breken in kleinere stappen, instructies te herhalen en door meer begeleiding te bieden bij het inoefenen. De meeste methodes bieden aanvullende materialen die je hierbij kunt gebruiken, maar je kunt ook zelf passend materiaal zoeken.
Als de spellingontwikkeling ondanks adequaat onderwijs en begeleiding op ON2 blijft stagneren, dan volgt interventie op OndersteuningsNiveau 3 (ON3). Deze zwaarste vorm van interventie binnen de school, gericht op de zwakste 10% van de leerlingen, betreft een specifieke aanpak passend bij de leerling en diens ondersteuningsbehoeften. De hulp wordt, minimaal 60 minuten per week, buiten de klas individueel of in groepsverband (maximaal 4 leerlingen) gegeven door een spellingspecialist (of door de leerkracht onder supervisie van een specialist). Als school kies je ook hier zelf hoe je deze ondersteuning invult. Bekende spellingmethodes die op ON3 worden ingezet zijn onder andere OefenKr8 (RID) of Bloon.
Leerlingen voor wie zelfs de ON3-aanpak niet voldoende helpt, worden doorverwezen voor diagnostisch dyslexieonderzoek. Dit wordt eventueel gevolgd door een specialistische dyslexiebehandeling. Dit is OndersteuningsNiveau 4 (ON4). In de gevallen dat dyslexie wordt vastgesteld, zijn er in ons land twee varianten. Bij ongeveer 7% van de leerlingen is sprake van dyslexie in algemene zin. Deze kinderen krijgen een dyslexieverklaring. Ongeveer de helft van deze leerlingen komt, op grond van aanvullende criteria, in aanmerking voor vergoede dyslexiezorg/behandeling. In die gevallen spreken we van Ernstige Dyslexie (ED).
Gestapelde ondersteuning
We voeren de inspanningen op school dus telkens op, als wat we doen voor een bepaalde leerling niet toereikend is. Het is hierbij belangrijk, dat het gestapelde ondersteuning betreft. Dit houdt in dat de ondersteuning op niveau 1 en 2 ook doorgaat, wanneer ondersteuning op niveau 3 wordt geboden. Komt een leerling in behandeling voor dyslexie bij (bijvoorbeeld) RID, dan loopt dus ook de ondersteuning op niveau 1 tot en met 3 door op school.
“Het is belangrijk, dat het gestapelde ondersteuning betreft. Dit houdt in dat de ondersteuning op niveau 1 en 2 ook doorgaat, wanneer ondersteuning op niveau 3 wordt geboden.”
Invulling geven aan de ondersteuning
Hoe je precies invulling geeft aan de extra ondersteuning, hangt af van de leerling en diens specifieke ondersteuningsbehoefte. Bovendien kun je in veel gevallen gebruikmaken van aanvullende materialen die methodes bieden of kun je een specialistische methode inzetten. Bij deze keuze en de uitvoering kun je je baseren op een aantal universele richtlijnen. Deze richtlijnen (zie kader hieronder) zijn gebaseerd op wat wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond écht te werken (Roelfsema et al., 2022; Van Druenen et al., 2019). Zo kun je je leerlingen met een evidence-informed aanpak ondersteunen.
10 werkzame componenten bij de ondersteuning
- Taakgerichtheid: De aanpak richt zich op spelling zelf en niet op secundaire zaken, zoals motoriek of zintuigelijke verwerking.
- Systematische opbouw: De activiteiten hebben een duidelijke planning met doelstellingen op korte en lange termijn, en hebben een heldere opbouw waarbij pas een nieuwe moeilijkheid wordt geïntroduceerd bij beheersing van de voorgaande.
- Expliciete instructie: Hoewel er tijd moet zijn voor inoefening, staat expliciete instructie centraal. De leerstof wordt in kleine stapjes aangeboden, waarbij de begeleider het gewenste schrijfgedrag precies voordoet en de moeilijkheden stapsgewijs bespreekt.
- Herhaling: Herhaling is voor alle leerlingen nodig, maar leerlingen met spellingproblemen hebben extra veel blootstelling en herhaling nodig om het geleerde te kunnen automatiseren.
- Auditief én visueel aanbieden: De begeleider combineert klanken en gesproken woorden met hun geschreven vorm. Dit helpt kinderen de klankstructuur van woorden te begrijpen en geschreven letters
te herkennen. Alleen auditieve training is niet effectief; er moet aandacht zijn voor zowel klanken als hun geschreven vormen en hun relatie. - Nauwkeurigheid centraal: De begeleider heeft eerst aandacht voor goed en daarna pas voor het versnellen en automatiseren. De aandacht voor nauwkeurigheid is bovendien blijvend.
- Analytische benadering: Instructie richt zich altijd op de woordstructuur en op fonologische en orthografische eenheden binnen een woord en nooit op het hele woord. Het laten overschrijven van woorden zonder aandacht voor de structuur, heeft dus geen zin.
- Aandacht voor motivatie: Spellingproblemen vragen om een extra inspanning van de leerling. Het is daarom belangrijk, dat de aanpak hier aandacht voor heeft door bijvoorbeeld in te zetten op succeservaring (door bijvoorbeeld de vooruitgang te visualiseren), keuzevrijheid (door de leerling bijvoorbeeld een thema te laten kiezen) en verbondenheid (door bijvoorbeeld de hele klas een dagje
de redactie van een nieuwsuitzending te laten zijn). - Passende feedback: De feedback is afgestemd op het doel en op de basisbehoeften van de leerling.
- Generalisatie: Het is belangrijk dat de leerling met het geleerde in één keer veel spellingsituaties kan oplossen. Het onthouden van de schrijfwijze van een enkel woord is minder efficiënt dan het aanleren van spellingregels.
Verdiep je verder
Wil je zelf meer praktisch toepasbare kennis vergaren, vanuit wetenschappelijke inzichten? Vraag dan onze gratis publicatie ‘Leren spellen’ aan en schrijf in voor een of meerdere korte kennissessies. Tijdens de gratis online kennissessies delen wij graag onze expertise en ervaringen over verschillende onderwijsthema’s, want: Kennis delen geeft #Kr8.