Waarom schrijft mijn leerling sommige woorden nog fonetisch?
Zodra leerlingen de letter-klankkoppelingen beheersen en de belangrijkste taalregels onder de knie hebben, kunnen ze verreweg de meeste woorden goed spellen. Voor sommige woorden is echter iets extra’s nodig om ze correct te kunnen schrijven, namelijk aandacht voor de betekenisstructuur van woorden. Dit noemen we ook wel ‘morfologisch inzicht’. Zolang het morfologisch inzicht van leerlingen onvoldoende ontwikkeld is, maken zij fouten als ‘darom’, ‘impakken’, ‘ondekken’, ‘nieuwschierig’ en ‘doeloos’. Dat komt, omdat je dit soort woorden alleen goed kunt schrijven, als je je bewust bent van hoe ze qua betekenis zijn opgebouwd. Alleen kennis van letter-klankkoppelingen en taalregels volstaat niet.
“Sommige woorden kun je alleen goed schrijven, wanneer je je bewust bent van hoe ze qua betekenis zijn opgebouwd. Alleen kennis van letter-klankkoppelingen en taalregels volstaat niet.”
‘Daarom’ kun je alleen goed spellen, wanneer je begrijpt dat je ‘daar’ en ‘om’ aan elkaar moet plakken en dat je niet gewoon maar de verenkelingsregel moet doen, zoals bij ‘daken’. Ook ‘nieuwsgierig’ zal goed gaan wanneer de leerling zich realiseert, dat iemand gierig is naar nieuws. Bij die twee voorbeelden zijn het nog samenstellingen (twee woorden aan elkaar die los ook voorkomen), maar ook bij het gebruik van voor- en achtervoegsels is aandacht voor de betekenis van belang. ‘Doelloos’ kun je alleen goed schrijven als je begrijpt dat je het achtervoegsel ‘-loos’ aan het woord ‘doel’ plakt. Je kunt immers niet horen dat je een dubbele medeklinker moet schrijven. Het helpt wanneer de leerling weet dat ‘-loos’ ‘zonder’ betekent en dat ‘doelloos’ dus zonder zin is.
Ook bij ‘ontdekken’ en ‘inpakken’ helpt morfologisch inzicht om tot de juiste spelling te komen. Bij ‘ontdekken’ spreken mensen de /t/ niet uit, maar als je vertrouwd bent met de voorvoegsels ‘on-‘ en ‘ont-‘ en aanvoelt wat ze betekenen, dan zul je de juiste keuze maken. Bij ‘ontdekken’ was iets onbekend of als het ware ‘bedekt’ en haal je de bedekking weg door er ‘ont-‘ voor te zetten. Bij ‘inpakken’ blijken mensen door de klankstructuur van het woord het voorvoegsel ‘in-’ als /im/ uit te spreken, maar als je aandacht hebt voor de betekenis zul je snel door hebben dat je iets ‘in’ de verpakking doet.
Belang van morfologisch inzicht
Onderzoek laat zien dat morfologisch inzicht leidt tot betere spellingvaardigheid. Het zorgt ervoor dat je niet afhankelijk blijft van wat je hoort. Het is ook goed voor tal van andere taalvaardigheden, waaronder technisch lezen en leesbegrip, en het geeft een voordeel bij het leren van een tweede taal. Instructie op dit gebied is dus ook een zinvolle voorbereiding op het vreemde talenonderwijs in het voortgezet onderwijs.
Wat kun je doen?
Je kunt het morfologisch inzicht van jouw leerlingen onder meer verbeteren door:
- Jouw leerlingen regelmatig de kortste vorm van een woord te laten benoemen
- Veelvoorkomende voor- en achtervoegsels steeds terug te laten komen in jouw lessen
- Veel over de structuur van woorden te praten
- Leerlingenwoorden te laten bouwen vanuit dezelfde kortste vorm (“maak woorden door voor- en achtervoegsels aan ‘hang’ te plakken”)
- Samen met jouw leerlingen de betekenis van moeilijke woorden te herleiden door het op te breken in stukken
- Leerlingen na te laten denken over de betekenis van voor- en achtervoegsels (“wat betekent ‘-baar’ in ‘eetbaar’?)
- Leerlingen de betekenis van moeilijkere voor- en achtervoegsels op te laten zoeken (zoals ‘pre-‘, ‘contra-‘ of ‘trans-‘).