Dyslexie kan erfelijk zijn. Zo horen wij vaak dat een ouder van een kind met dyslexie de problemen met lezen en spellen herkent.
Het leren lezen is een ingewikkeld proces wat kinderen niet uit zichzelf ontwikkelen. Ze hebben hier gerichte instructie en oefening bij nodig. De basis van het leren lezen is de letter-klankkoppeling; welke letter zie je en hoe moet deze worden uitgesproken (klank). Op het moment dat de koppeling tussen letters en klanken wordt gemaakt, wordt er een soort weg aangelegd in de hersenen. Hoe vaker de informatie vervolgens herhaald wordt, hoe steviger en groter die weg wordt. Op deze manier leren kinderen steeds sneller letters, delen van woorden of uiteindelijk hele woorden in één keer herkennen.
Juist het aanleggen van deze ‘snelwegen’ in de hersenen is hetgeen wat bij kinderen met dyslexie problemen oplevert. Zij kunnen als het ware alleen via ‘zandweggetjes’ diezelfde informatie ophalen. Je kunt je voorstellen dat dit veel meer tijd kost en dat met name het leestempo achterblijft. Dyslectische kinderen blijven daarom vaak langer spellend lezen (klank voor klank) en ook zie je soms dat ze een radende strategie ontwikkelen. Ze willen dan toch meekomen met het tempo en gaan fouten maken.
Wat houdt de behandeling in?
Een aantal mogelijke aanwijzingen in de richting van dyslexie, die je als ouder zelf in de gaten kunt houden:
- Een moeilijk op gang komende lees- en spellingontwikkeling waarbij het kind langer dan gebruikelijk voor zijn/haar leeftijd bijvoorbeeld blijft hakken en plakken;
- Moeite met het leren van klanken in de lagere groepen van de basisschool;
- Het blijven omwisselen van klanken zoals bijvoorbeeld b – d, eu – ui;
- Teruglopende scores op het gebied van lezen en spelling;
Hierbij kan een verschil zitten tussen het technisch lezen (DMT), tekst lezen en begrijpend lezen. Met name bij het technisch lezen zal sprake moeten zijn van een achterstand willen er vermoedens van dyslexie zijn;
- Verminderd zelfvertrouwen;
- Verminderd plezier in lezen;
- Ontwijkend gedrag als het kind moet lezen;
- Pijnklachten zoals buikpijn, hoofdpijn etc. ten gevolgen van spanning;
- Ontstaan van faalangst;
- Als dyslexie voorkomt in de familie heeft het kind een grotere kans op dyslexie.
Wat houdt de behandeling in?
Wat is dyslexie?
In je hoofd zitten je hersens. Die zorgen ervoor dat jij van alles kunt doen, zoals lezen en spellen. Om goed te kunnen lezen en spellen, moeten er verschillende kleine gebieden in je hersenen met elkaar samenwerken. Ze moeten namelijk dat wat je ziet (letters) koppelen aan dat wat je hoort (klanken). Dit noemen we de letter-klankkoppeling.
Als je dyslexie hebt, lukt het die gebieden in je hersenen meestal niet zo goed om met elkaar samen te werken. Zo gaat de koppeling tussen sommige letters en klanken niet altijd even goed, je draait bv. de /eu/ en de /ui/ om. Of het koppelen gaat wel goed, maar het duurt wat langer dan bij andere kinderen van jouw leeftijd. Dan heb je dus wat meer tijd nodig.
Je kunt het zien alsof je dwars door een weiland moet lopen om van de ene kant (letters) naar de andere kant (klanken) te komen. Eerst ligt er misschien helemaal nog geen pad en kost het je veel moeite om van de ene naar de andere kant te komen.
Als je begint met de behandeling en gaat oefenen, dan zul je dit pad echter steeds vaker gaan lopen en zul je zien dat het elke keer wat makkelijker gaat. Misschien was het eerst een kronkelpad (je maakt bijv. soms nog fouten) en wordt het daarna recht. En hoe vaker je oefent, hoe breder en gemakkelijker het pad wordt. Zo kun je er ook steeds sneller overheen. Na een tijdje kun je er zelfs snel overheen rennen. Zo gaat het in je hoofd ook ongeveer, er komt een steeds beter en makkelijker pad tussen letters en klanken. Daardoor lukt het lezen en spellen ook steeds beter (letter-klankkoppeling).