Hoe daag ik leerlingen uit die zichzelf al hebben leren lezen?

9 september 2024

  • dr. Sebastián Aravena
Soms kunnen leerlingen al lezen voordat het leesonderwijs begint. Er wordt dan vaak gezegd dat ze zichzelf hebben leren lezen, maar dat is onwaarschijnlijk. Lezen leer je immers niet zonder instructie. Het komt er meestal op neer dat iemand anders dan de leerkracht uitleg heeft gegeven over de systematiek van het schrift. Hoe ga je als leerkracht met deze leerlingen om? Wij geven je graag wat tips!

Breng eerst zorgvuldig in kaart wat de leerling kan

Als je een leerling hebt die mogelijk al kan lezen voordat de leesinstructie op school is gestart, dan is het altijd goed eerst zorgvuldig in kaart te brengen wat de leerling daadwerkelijk kan en wat nog niet. Soms wekken leerlingen de indruk al te kunnen lezen, doordat ze woorden op basis van visuele kenmerken herkennen of door de context. Ook de ouders denken dan dat hun kind al kan lezen. Vaak ontbreken er echter nog belangrijke vaardigheden. Leerlingen blijken bijvoorbeeld nog niet alle letter-klankkoppelingen te kennen of kunnen nog helemaal niet goed verklanken. Het is belangrijk dat deze eventuele beperkingen jouw aandacht hebben. Het beste kun je daarom met behulp van letter- en woordleestoetsen bepalen welke instructiemomenten voor de leerling nog van belang zijn. Kijk ook of de leerling onzinwoorden (zoals in de Klepel) kan lezen. Als de leerling de leescode echt al heeft gebroken, dan zou het lezen van niet bestaande woorden ook goed moeten gaan.

Wat doen als de leerling echt voorloopt?

Als het echt zo is dat een leerling al kan lezen, dan is het goed met een aantal zaken rekening te houden en om in elk geval ook extra uitdaging te bieden. Hieronder enkele tips voor tijdens de lessen:

  • Trek soms aan de rem. Kinderen die al vroeg kunnen lezen, zijn vaak (terecht) trots en willen laten horen wat ze kunnen. Het risico bestaat dat ze te snel willen gaan en niet de rust nemen om nieuwe woorden te verklanken. Op die manier bouwen ze niet aan een duurzame bibliotheek van woorden die ze direct herkennen en kunnen ze langer blijven hangen in radend lezen en daarmee hun ontwikkeling op de langere termijn juist weer vertragen. Blijf daarom altijd eerst de nadruk leggen op foutloos lezen. Selecteer bijvoorbeeld wat moeilijkere woorden en oefen met de leerling het foutloos verklanken daarvan.
  • Stel de leesdoelen naar boven bij. Als een leerling echt al foutloos kan lezen, dan zijn de reguliere instructiemomenten in de klas minder waardevol. Stel de leesdoelen naar boven bij en probeer de leerling uit te dagen met een apart programma. Je kunt hiervoor gebruikmaken van verdiepend materiaal uit de methode, eigen materialen, materialen uit hogere groepen of een speciale verdiepende methode.
  • Laten voorlopen is niet erg. Je kunt leerlingen die al kunnen lezen ook gerust voor laten lopen tijdens de leeslessen. Uiteraard ben je dan alsnog voor het eind van de basisschool door alle stof heen, maar dat is geen probleem. Vroeg een extra zetje geven om sneller tot een hoger leesniveau te komen is alleen maar gunstig. Vaardige lezers gaan steeds meer lezen en gaan het steeds leuker vinden. Je vergroot dus alleen maar de kans dat leerlingen in een positieve leesspiraal komen.
  • Lezen om te leren in plaats van leren om te lezen. Deze omslag vindt normaliter meestal plaats rond groep 6, maar kan voor leerlingen die al vroeg foutloos lezen eerder. Leerlingen leren zo hun leesvaardigheden in te zetten om nieuwe kennis en ervaringen op te doen. Laat hen snel overstappen van letters en woorden lezen naar het lezen van teksten.
  • Stimuleer het automatiseren. Leg bij deze leerlingen eerder de focus op automatiseren. Begin met automatiseringsspelletjes met letters (of bijvoorbeeld met KlankKr8) en oefen daarna ook met woorden.
  • Laat de leerling eerder stillezen. Hardop lezen is belangrijk in de fase dat leerlingen oefenen met effectief verklanken en nauwkeurig lezen. Om vlotter te leren lezen is het vooral nodig om veel leeskilometers te maken. Als je jouw leerling kilometers wilt laten maken, kun je het beste stil laten lezen. Stil lees je namelijk veel meer woorden per minuut dan hardop.
  • Help om de juiste leesmaterialen te selecteren. Zorg dat leerlingen die voorlopen ook boeken en teksten lezen die passen bij hun leesniveau, cognitieve ontwikkeling en interesses.
  • Werk eerder met verschillende genres. Maak bijvoorbeeld een leesgenrewiel en laat de leerling hieraan draaien. Het rad bepaalt dan of de leerling een gedicht, een krantenartikel, een strip, iets over sport, een sprookje of iets humoristisch leest.
  • Laat goede lezers de rol van leesexpert aannemen. Ze kunnen zwakkere lezers helpen door teksten voor te lezen of samen te lezen. Dit helpt niet alleen de zwakkere lezer, maar versterkt ook de eigen vaardigheden van de sterke lezer.
  • Laat moeilijke woorden ontleden in morfologische eenheden. Geef de leerling overzichten van veelvoorkomende voor- (on-, her-, tegen-, enz.) en achtervoegsels (-baar, -heid, -sel, enz.) en laat hen hier oefeningen mee doen. Laat hen ook praten over woorden die verschillend lijken, maar die dezelfde kortste vorm hebben (zoals ‘inhoud’ en ‘houdbaar’) of laat hen juist woorden bedenken met een specifieke kortste vorm (bijvoorbeeld met ‘eind’ erin).

Gratis online kennissessies

In onze webinars delen wij wetenschappelijke inzichten en bespreken we hoe deze toegepast kunnen worden in het onderwijs. Zo dragen wij graag een extra steentje bij aan het versterken van taal- en rekenvaardigheden in de praktijk. Tijdens de sessies heb je de mogelijkheid om direct vragen te stellen aan onze experts. Hier vind je de actuele agenda en kun je je direct inschrijven.

Verdiep je verder

Wil je je verder verdiepen in effectief lees- en spellingonderwijs? Lees dan het boek “Effectief lees- en spellingonderwijs: Informatie, inspiratie en ideeën bij praktische vragen” van Madelon van den Boer en Sebastián Aravena. Bovenstaand artikel is gebaseerd op een paragraaf uit dit boek.

Bestel het boek

Meer lezen

Naar boven