teamwork

Gebundelde krachten

Wij werken samen met uiteenlopende partners om een bijdrage te leveren aan de wetenschappelijke kennisbasis voor effectief taal- en rekenonderwijs. Met als einddoel kinderen zo goed mogelijk te kunnen helpen.

Zorgvuldige professionalisering

Van toegepaste (zorg)instellingen wordt verwacht dat er wetenschappelijk verantwoord gewerkt wordt en dat zij 'evidence based', volgens de laatste wetenschappelijke inzichten, werken. Het gevaar daarbij is dat soms (te) snel nieuwe wetenschappelijke bevindingen worden doorgevoerd, terwijl deze nog onvoldoende onderbouwd zijn.

Binnen RID hebben wij de overtuiging dat voor een verdere professionalisering van de zorg, wetenschappelijke toetsing van onze werkwijze, kennisuitwisseling en nader onderzoek gewenst is. Vanuit die gedachte werken wij samen met verschillende partners. Op deze pagina vind je een greep uit deze projecten.

Onderzoek belang doelgerichtheid bij aanleren klank-letterkoppelingen

Dit onderzoek komt voort uit een samenwerking tussen de Universiteit van Amsterdam, het Rudolf Berlin Center en RID.

Het algemene doel van dit onderzoek is inzicht te krijgen in het belang van doelgerichtheid (leren kinderen letter-klankkoppelingen beter wanneer ze zich ervan bewust zijn waarvoor ze het doen?).

klanken

Onderzoek effectiviteit gamebased leren klank-tekenkoppelingen

In dit gezamenlijk onderzoek van de Universiteit van Amsterdam, het Rudolf Berlin Center en RID wordt de effectiviteit onderzocht van de inzet van een serious game bij het aanleren van de klank-tekenkoppelingen.

Lees het artikel

Onderzoek ‘The role of attentional processes in reading’

Dit onderzoek komt voort uit een samenwerking tussen RID, de Universiteit van Maastricht en de Universiteit van Londen (Birkbeck College). Dit project wordt uitgevoerd door Giada Guerra, een PhD-student die op dit onderwerp gaat promoveren.

Het algemene doel van dit project is om te onderzoeken welke invloed aandachtsprocessen hebben op het leren lezen, en in hoeverre die aandachtsprocessen ook de voortgang tijdens de behandeling voor dyslexie beïnvloeden. We weten dat onze dyslexiebehandeling een positief effect heeft op de lees- en spellingvaardigheden van kinderen met dyslexie. We merken echter ook dat er grote verschillen zijn in de manier waarop kinderen reageren op de behandeling: sommige kinderen lijken veel minder goed te profiteren van een behandeling dan anderen. De grote uitdaging is om erachter te komen welke factoren van invloed zijn op de groei die een kind doormaakt tijdens de behandeling.

meisje oefent met lezen

Onderzoek ‘Mindset en Motivatie’

Er wordt steeds meer onderzoek gedaan naar mindset, en de rol hiervan bij het leren. Mindset heeft betrekking op de manier waarop kinderen denken over hun eigen kwaliteiten en vaardigheden. Kinderen met een ‘vaste’ mindset geloven dat je persoonlijke eigenschappen of vaardigheden (bijvoorbeeld je intelligentie, of hoe goed je bent met lezen of rekenen) vast staan, iets waar je mee geboren wordt en waar je zelf weinig aan kunt veranderen. Kinderen met een ‘groei’ mindset geloven dat ze zichzelf continu kunnen blijven ontwikkelen. Zij denken dat hun vaardigheden niet vast staan, maar kunnen blijven groeien door hard te werken en ervaring op te doen. Zij hebben dus wel het gevoel dat ze invloed kunnen uitoefenen op hun eigen cognitieve vaardigheden. Mindset blijkt een sterke invloed te hebben op het leerproces: kinderen met een ‘groei’ mindset zijn vaak gemotiveerder om te leren, gaan sneller een uitdaging aan, vinden het minder erg om fouten te maken, en presteren uiteindelijk ook beter op school.

Ons onderzoek: Mindset en dyslexie
Naar de rol van mindset bij dyslexie is nog niet zoveel onderzoek gedaan. We denken echter dat het goed mogelijk is dat kinderen met dyslexie een andere mindset hebben dan kinderen zonder dyslexie. Zo hebben kinderen met dyslexie vaak faalervaringen opgedaan met leren, en hebben ze veel geoefend zonder gewenst resultaat. Daarnaast wordt vanuit de maatschappij vaak benadrukt dat dyslexie iets is wat je hebt, en dat je daar niks aan kunt veranderen. Daarmee kan een kind de indruk krijgen dat je kunt oefenen wat je wilt, maar dat je toch nooit goed kunt leren lezen. Dit kan veel invloed hebben op hun motivatie om te oefenen, ook tijdens een behandeltraject voor dyslexie. Om te onderzoeken of deze aannames kloppen, willen we (in samenwerking met de Vrije Universiteit Amsterdam) antwoord proberen te vinden op twee vragen:

  • Hebben kinderen met dyslexie vaker een vaste mindset dan kinderen zonder dyslexie?
  • Heeft deze mindset invloed op het succes van de behandeling?

Lees meer

Project Interlearn

Dit is een groot, internationaal project (in samenwerking met o.a. de universiteit van Maastricht, de universiteit van Londen) , waar meerdere academische en niet-academische partijen aan meewerken. De onderwerpen van het project lopen uiteen, maar de focus van al deze projecten is gericht op hoe de omgeving van een kind zo goed mogelijk geoptimaliseerd kan worden om te kunnen leren. RID doet mee aan een project waarbij gekeken wordt hoe we individuele verschillen in de vooruitgang tijdens de behandeling kunnen verklaren en voorspellen. Met andere woorden, sommige kinderen gaan harder vooruit dan anderen, en we willen graag weten waarom. Het project omvat zowel een gedragsstudie als hersenonderzoek (EEG).

jongen oefent met spellen

Project Leeswinst

Bij dit onderzoek van de onderzoeksgroep van Milene Bonte (Universiteit Maastricht) wordt met behulp van gedragsmaten en hersenmaten gekeken naar de leesontwikkeling bij drie groepen kinderen: dyslectische lezers (tijdens de behandeling), normale lezers en goede lezers. Door individuele veranderingen in hersenfuncties voor lezen te volgen in combinatie met aan lezen gerelateerde gedragsmaten, hopen we beter te leren begrijpen waarom sommige kinderen makkelijk en vloeiend leren lezen terwijl anderen hierbij voor een enorme uitdaging staan. Dit project zal grotendeels op de vestiging Maastricht plaatsvinden.

meisje aan bureau

Rekenproblemen bij kinderen met dyslexie

Bij dit gezamenlijke project vanuit de universiteit van Maastricht en RID wordt bij een groep kinderen met dyslexie ook een rekentaak en taken die getal inzicht meten afgenomen. Het doel is te onderzoeken in hoeverre kinderen met dyslexie naast leesproblemen ook rekenproblemen hebben, en wat de aard van die rekenproblemen is. Dit project vindt plaats op de vestigingen Den Bosch en Maastricht.

jongen pakt pen

Oefengedrag ná afronding van de behandeling

Bij dit stageproject (Hogeschool Leiden, toegepaste psychologie) worden interviews afgenomen bij kinderen van RID en hun ouders om erachter te komen wat RID kan doen om het oefengedrag na afronding van de behandeling te stimuleren. Het oefenen met RID materiaal nadat de behandeling is afgesloten is voor kinderen heel belangrijk om op niveau te blijven. Dit onderzoek wordt uitgevoerd vanuit de studierichting ‘toegepaste psychologie’ in Leiden en vindt plaats op de vestiging Amsterdam.

kinderen in klas

Voorschoolse at-risk kinderen

Bij dit project werden jongere broertjes en zusjes (uit groep 2) van cliënten van RID zaten benaderd om mee te doen aan een voorschoolse training studie (graphogame). Deze kinderen werden geselecteerd omdat dyslexie erfelijk is, en broertjes en zusjes van een kind met dyslexie dus ook een verhoogde kans op dyslexie hebben. Er werd gekeken of de training studie latere problemen met lezen en spellen konden voorkomen of verminderen. Dit project werd uitgevoerd door de Universiteit van Maastricht en was een onderdeel van een internationaal Marie Curie Excellence project.

  • Willems, G., Poelmans, H., Richardson, U., Blomert, L. P. M., Verhoeven, L. T. W., & Wentink, W. M. J. (2008). Evaluatie van een voorschoolse training voor kinderen met een familiair risico voor dyslexie. Onderkenning en aanpak van leesproblemen en dyslexie, 99-116.
  • Blomert, L., & Willems, G. (2010). Is there a causal link from a phonological awareness deficit to reading failure in children at familial risk for dyslexia?. Dyslexia, 16(4), 300-317.
jongen leest in hangmat

Cognitieve problemen bij kinderen met dyslexie

Bij deze projecten werd onderzocht welke cognitieve vaardigheden verstoord zijn bij kinderen met dyslexie, of er verschillende cognitieve profielen te onderscheiden zijn. Ook werd gekeken of dit anders is in verschillende talen. Hiervoor werden onder andere de gedragsdata van kinderen van RID gebruikt.

  • Willems, G., Jansma, B., Blomert, L., & Vaessen, A. (2016). Cognitive and familial risk evidence converged: A data-driven identification of distinct and homogeneous subtypes within the heterogeneous sample of reading disabled children. Research in Developmental Disabilities, 53-54, 213-231. 10.1016/j.ridd.2015.12.018.
  • Vaessen, A., Gerretsen, P., & Blomert, L. (2009). Naming problems do not reflect a second independent core deficit in dyslexia: Double deficits explored. Journal of experimental child psychology, 103(2), 202-221.
  • Landerl, K., et al. (2013), Predictors of developmental dyslexia in European orthographies with varying complexity. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 54: 686–694. doi:10.1111/jcpp.12029
  • Vaessen, A., Gerretsen, P., & Ekkebus, M. (2013). Verschillende talen, verschillende soorten dyslexie? Tijdschrift voor Remedial Teaching, 3, 10-14.
jongen spiekt

Dyslexie behandeleffectiviteit

In deze papers werden de korte en lange termijn effecten van de RID-behandeling onderzocht. Op de website van RID staat ook een verkorte versie van de resultaten van 2014.

  • Gerretsen, P., Vaessen, A., & Ekkebus, M. (2003). Het effect van een psycholinguïstische behandeling bij kinderen en volwassenen met dyslexie. Tijdschrift voor remedial teaching, 2, 4-11.
  • Vaessen, A., Gerretsen, P., & Ekkebus, M. (2014). Verbetering van leestempo bij (zeer) ernstige dyslexie met een computerondersteunde, fonologisch gebaseerde behandeling: korte en lange termijn effecten. Stem-, Spraak-en Taalpathologie, 19.
behandeling

Hersenonderzoek

Tijdens deze onderzoeken van de universiteit van Maastricht werd gekeken naar welke hersengebieden minder efficiënt werken bij kinderen en volwassenen met dyslexie. Kinderen en volwassenen van RID deden hieraan mee door taakjes uit te voeren terwijl hun hersenactiviteit werd gemeten in de scanner (functionele MRI) of met behulp van een kapje met electrodes (EEG).

  • Blau, V., van Atteveldt, N., Ekkebus, M., Goebel, R., & Blomert, L. (2009). Reduced neural integration of letters and speech sounds links phonological and reading deficits in adult dyslexia. Current Biology, 19(6), 503-508.
  • Blau, V., Reithler, J., van Atteveldt, N., Seitz, J., Gerretsen, P., Goebel, R., & Blomert, L. (2010). Deviant processing of letters and speech sounds as proximate cause of reading failure: a functional magnetic resonance imaging study of dyslexic children. Brain, 133(3), 868-879.
  • Froyen, D., Willems, G., & Blomert, L. (2011). Evidence for a specific cross‐modal association deficit in dyslexia: an electrophysiological study of letter–speech sound processing. Developmental science, 14(4), 635-648.
hersenen

Genetisch onderzoek

In een Europees project werd gekeken naar de neurocognitieve en genetische oorzaken van dyslexie in verschillende landen. Uit dit project kwam een genetisch paper voort (naast degedragspaper van Landerl en collega’s die al bij ‘gedragsstudies’ werd genoemd):

  • Becker, J., Czamara, D., Scerri, T. S., Ramus, F., Csépe, V., Talcott, J. B., … & Honbolygó, F. (2013). Genetic analysis of dyslexia candidate genes in the European cross-linguistic NeuroDyscohort. European Journal of Human Genetics.
kinderen lezen

Kosteneffectiviteit

In dit project werd gekeken naar de kosten effectiviteit van een dyslexie behandeling. Met andere woorden, de kosten van een dyslexie behandeling werden afgezet tegen de voordelen die het oplevert voor de maatschappij door de levenskwaliteit van een kind of volwassene met dyslexie te verbeteren.

  • Hakkaart‐van Roijen, L., Goettsch, W. G., Ekkebus, M., Gerretsen, P., & Stolk, E. A. (2011). The cost‐effectiveness of an intensive treatment protocol for severe dyslexia in children. Dyslexia, 17(3), 256-267.
behandeling